Woensdagmiddag 16:00 uur. Ik schrijf de rapporten voor de kinderen van mijn groep 3. Het vijfde rapport dat voor me ligt, is het rapport van Ivar. Ivar is een prachtig kind. Hij houdt van Pokémons, computerspelletjes, zijn ratjes en is dol op spelen met K’nex. Zodra we in de klas liedjes gaan zingen en gaan dansen op muziek zet hij vliegensvlug zijn koptelefoon op. Ivar houdt daar niet van. Ivar is autistisch.
Ivar kan rekenen, maar de poespas eromheen leidt hem enorm af. De illustraties in zijn rekenboek leiden hem direct naar de meest levendige associaties. Zijn verbeelding neemt een loopje met hem en brengt hem uiteindelijk niet naar de uitkomst van de som.
Ivar kan lezen, maar de verschillende lettertypes maken het voor hem enorm verwarrend. Zo heeft de letter G minstens 4 verschillende varianten waaronder: G en g. In zijn beleving heeft het alfabet wel méér dan 100 letters. Om de verwarring nog groter te maken hebben diezelfde letters op een andere plek in een woord ook nog eens verschillende klanken. Zoals de E in gek, geluk en geven. Dit maakt dat lezen voor Ivar één grote puzzeltocht is. Hij zoekt de logica die hij niet kan vinden.
Ook spelling is hierdoor voor Ivar een hele opgave. Waarom moet pauw met AU en mouw met OU?? Schrijf je OU of UO? Er is geen verklaring voor. We schrijven pauw met AU, omdat we dat met elkaar hebben afgesproken. Voor Ivar is het allemaal niet logisch. Hij is op zoek naar een kader waarin hij dit kan plaatsen. Hij kan het nergens vinden en raakt gefrustreerd. Zijn hoofd raakt vol, geluiden komen hard bij hem binnen en het licht dat in de klas schijnt is te fel in zijn ogen. Hij verliest de grip op de wereld om hem heen.
Ik zie het in de klas gebeuren en geef Ivar een grote bak met K’nex. Het spelen met K’nex brengt hem weer tot rust. Weer in het hier en nu.
Terug naar het rapport. Ik zie op het rapport vakjes staan met O, M, V, RV en G, ofwel Onvoldoende, Matig, Voldoende, Ruim Voldoende en Goed. Het is de bedoeling dat ik een kruisje zet in het vakje waar mijn leerling scoort ten opzichte van het gemiddelde kind in groep 3. In het geval van Ivar is lezen onvoldoende, rekenen is onvoldoende, spelling is onvoldoende en zijn handschrift is ook onvoldoende. Het gaat me aan het hart.
Terwijl ik naar de vakjes staar, komt de ene na de andere vraag in mij op:
Wie is het gemiddelde kind? Ben je oké als je een gemiddeld kind bent? En wat als je niet aan die standaard kan voldoen?
En dan stel ik mezelf de vragen: Had Ivar anders gekund? Heeft hij in dit schooljaar überhaupt de kans gekregen om een kruisje bij de V te krijgen?
Ik vertik ’t om de kruisjes voor lezen, rekenen, spelling en schrijven bij de O te zetten. Een kind kan voor zijn ontwikkeling geen onvoldoende krijgen. Ivar heeft gedaan wat hij kon. Hij heeft de instructies gevolgd, zijn dictees gemaakt, zijn sommen uitgerekend, zijn schrijfschriftjes volgeschreven en zijn woordjes gelezen. Hij heeft veelvuldig geprobeerd de chaos in zijn hoofd te laten stoppen en zijn frustraties te bedwingen.
Ivar is anders, maar niet minder.
Hij leert anders, denkt en voelt anders en dus ontwikkelt hij zich anders. Dat moeten we koesteren. We hebben kinderen als Ivar nodig in deze snel veranderende maatschappij. Deze kinderen hebben het in zich om ‘outside the box’ te denken en zijn in staat om originele oplossingen te bedenken voor de problemen van de toekomst. Ivar is een uitblinker. Hij is uniek. Ivar is Ivar en dat is oké.
In plaats van het zetten van een kruisje bij onvoldoende, geef ik Ivar en zijn ouders het vertrouwen mee dat hij zich, met de nodige begeleiding, op zijn manier en in zijn tempo zal gaan ontwikkelen.
Ik twijfel er niet aan, want alles wat je nodig hebt is in je!
Geschreven door Marjolein Verdonk-Jansen
op 28 juni 2017